Hieronder zijn de teksten te vinden van de verschillende onderdelen die ten gehore zullen worden gebracht tijdens de presentatie op de Schildkerk.
Woer zol ’t goan met ’t carillon,
Zol ’t er komn of neet,
Het zal miej dan eens beniejn
Woer of ’t er met geet.
’n Eenn den zeg: weat wiezer leu,
Want wat he’j der an,
’n Heeln dag duur het zelfde leed,
Doar wo’j nuestrig van.
’n Carillon verveelt oe gaaw,
Of ’t is zoo, wonnear,
A’j mear aajt hetzelfde huert,
Luster iej neet mear.
As iej alle dage wier
Broene boonn met spek
Vuur-ezat kriengt, heb iej wal ‘s
In wat aanders trek.
‘k Geleuw a’j vaake ’t zelfde heurt,
Det ’t oe niks mear dut,
Mear ik vroag miej of of det
Non per see ook mut.
’t Kan toch ook det ’t carillon
Oons zo non en doan
Een een aander leed löt heurn,
En det is toch ’t plan.
Doarumme kan ik van hart
Met dee leu instemn,
Dee hier o zoo geane wal
’n Carillon weelt hemm.
‘k Hopp’det ’t comité het geeld
Wat het neurig hef
Kriengn zal, det het carillon
Oons völl’ wille gef.
Hoe zou ‘t gaan met ’t carillon
Komt het er of niet
‘k Ben er zo nieuwsgierig naar
Wordt het wat of niet
D’een zegt: wees verstandig lui
Want wat koop j’er voor?
De ganse dag het zelfde lied
En dat gaat maar door
Een carillon verveelt zo snel
Of gaat het juist te meer,
Als je steeds hetzelfde hoort,
Luister je niet meer
Als je elke dag maar weer
Buine boon’ met spek
Voorgezet krijgt, heb j’op laatst
In wat anders trek
‘k Denk – als je vaak ’t zelfde hoort –
Raakt het je niet meer
Maar heel oprecht vraag ik me af
Of dat moet zo zeer
’t Kan toch zijn dat ’t carillon
Ons zo nu en dan
Een ander liedje horen laat
Was dat niet het plan?
Daarom ben ik het ook zo eens
Met iedereen die
In Rijssen toch zo heel erg graag
‘n Carillon wilden. Of niet?
‘k Hoop dat ‘t comité het geld
Dat het nodig heeft
Krijgen zal en ’t carillon
Ons veel vreugde geeft.
Na dertig jaar berusting in het voldongen feit,
Terug naar het schrijven van poëzie.
Dit is een moeilijke taak.
Als een ziel gravend in vuursteen.
Dertig jaar geleden schreef ik poëzie.
Vakkundig als een bakker.
Hij raakt gewend aan zijn werk.
Het deeg dat in zijn handen hangt,
Is als een verlegen dorpsmeisje.
Het doet je denken aan ochtendliedjes.
Na dertig jaar hersenverlamming,
Ga ik snel terug naar het schrijven,
Van het verhaal van de hele geschiedenis.
Om alle gedachten, beelden en momenten tegen het lijf te lopen,
Die in het geheugen zijn gegrift.
Op die dag, dertig jaar geleden.
Mijn kind,
Mijn gedicht is net geboren.
Het was zorgvuldig ingepakt.
Ik besloot het te lezen in het bijzijn van een groot dichter.
Om hem te laten zien,
Hoe mooi de ogen en lippen van mijn baby waren.
Ik was trots op haar,
Als een moeder die haar baby krijgt,
Na jaren van onvruchtbaarheid.
Ik herinner me niet,
Haar naam.
Of de details van haar gelaatstrekken.
Ik herinner me alleen het gezicht,
Van de beul, van de dichter.
Die veel kettingen en medailles van de sultan had.
Zijn gezicht was als een roofzuchtige wolf.
Zoals een dag in maart,
Verbaasd,
Afkeurend,
Boos.
Plotseling….
Hij gebaarde me te stoppen.
Zijn ogen werden als twee sintels,
En de pen in zijn handen was onverbiddelijk.
Nam mijn baby uit mijn handen,
En begon door te strepen.
Ik smolt als een stuk ijs,
De schok, het verdriet,
Het mes was scherp,
Het sneed mijn vleugels af.
Vandaag, ik ben dertig keer gestorven.
Ik moest het houten masker dragen,
En het knagen van de tijd voelen.
Ik moest de goddelijke schittering terug in haar ogen brengen.
Dertig jaar geleden,
Die baby bloedt nog steeds,
Met open mond,
Voor altijd verbaasd.
Dertig jaar na die dood,
Ben ik terug aan het struikelen,
Met geplukte veren,
Als een oude kip,
probeer ik te vliegen.
En verzoek ik met woorden de weg naar je hart.
Hoog boven in de toren,
daar speelt het carillon.
De klanken zoeken mensen,
een heel klein beetje zon.
Maar door de wind en regen,
zijn alle mensen grijs
En niemand heeft geluisterd,
naar deze tere wijs.
De klanken zijn gebroken
en vallen op de straat,
Waar onder moede voeten,
hun laatste hoop vergaat.
Niet één bleef in leven,
op ijzerhard beton,
Stierf elke klank geluidloos,
zonder een sprankje zon.
Couplet1 (Jimmy)
Een nieuwe plek waar het allemaal begon
De plek van een nieuw begin.
Het ging allemaal zo goed
Snap je ook wat ik bedoel.
Een nieuw huis en een nieuw begin
Ik ging de ook blanco in
Huis was af en jij was daar
Met je stralende lach en mooie haar
Bij jou voelde ik me speciaal.
Ik had de jas en jij de sjaal.
Bij jou voelde ik me op me plek.
Met jou was ik echt gek.
Je was als de zon voor mij
Je maakte me elke dag blij.
We gingen voor elkaar door het vuur.
Onze liefde was oprecht maar ook puur.
Dat is wat mij verbind met jou
En we verbinden het met touw
Ik wil niet meer zonder jou
Daarom geef ik dit lied jouw
Ik hoop dat je me vertrouwt 2x
Refrein:
Zoveel verschillen,
Ieder zijn smaak.
Ik ben wie ik ben,
Dat is mijn eigen zaak.
Toch in verbinding,
We hebben elkaar.
Voel je vrij,
Wees je eigen kunstenaar
Wees je eigen kunstenaar
Wees je eigen kunstenaar
Wees je eigen kunstenaar (..)
Couplet2 (Ruben)
Het is je boy semperfi m’n hulp is van de sky.
M’n hulp is van de Heer en ik leer steeds meer.
Maar ik faal en kom neer probeer maar forceer in de realiteit.
Ik wil niet meer zo zijn ik wil zo zijn nee niet meer leeg zijn maar gevuld met Zijn liefde zijn.
Loop ik door de dagen nee ik kan niemand meer haten ik moet met mezelf gaan praten of is het nu telaat.
Ik leg m’n lot bij de Heer.
K moet leren door de tijd dat m’n hard m’n hoofd verleid.
Maar wat ik niet begrijp waarom vecht ik deze strijd.
Ik wil reizen door de tijd misschien kom ik dan op tijd.
Misschien word m’n droom een feit.
Ik wil zien wat ik bereik, of kan ik beter wachten op het juiste moment maar wat is dat moment.
Ik wil zeker zijn van zaken stappen zetten op de aarde.
Alles geven aan de Vader en m’n doelen laten slagen
Refrein:
Zoveel verschillen,
Ieder zijn smaak.
Ik ben wie ik ben,
Dat is mijn eigen zaak.
Toch in verbinding,
We hebben elkaar.
Voel je vrij,
Wees je eigen kunstenaar
Wees je eigen kunstenaar
Wees je eigen kunstenaar
Wees je eigen kunstenaar (..)
Couplet3 (Jerrel)
Dromen in mn hoofd, maar ik ben nog niet klaar,
Ik voel je ogen branden, als ik zie dat je staart,
Ik kan er niks aan doen dat ik zo ben gemaakt,
Mn hoofd is soms niet bij ik weet het klinkt raar,
ik heb dit niet gekozen, bro het was geen keus
Ik ben er mee geboren, dat ik alle shit verneuk,
De ene keer lachen en dan lig ik in een deuk,
De andere keer is het mijn pijn die mij verscheurt
Niemand die het ziet t, maar van dit ga ik kapot,
Mn ADHD gaat niet zomaar verstopt,
Ik hou mn hoofd koel door de wiet die ik pof,
Woede in mn hoofd, want k heb veel gepropt,
Ik weet het is hard, maar probeer me te begrijpen,
Ik doe mn fk best maar je ziet me niet eens stijgen,
Mn hoofd zit vaak te vol, door alle soorten pijnen,
Ik hoop dat je het ziet maar je durft niet eens te kijken.
Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij technologieën zoals cookies om informatie over je apparaat op te slaan en/of te raadplegen. Door in te stemmen met deze technologieën kunnen wij gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site verwerken. Als je geen toestemming geeft of uw toestemming intrekt, kan dit een nadelige invloed hebben op bepaalde functies en mogelijkheden.