Familie Al Hariri
Wie zijn jullie en waar komen jullie vandaan?
‘Wij zijn de Al Hariri familie!’ kondigt Maen trots aan. ‘En ons gezin bestaat uit 7 personen.’
Moeder: Wafaa (42)
Vader: Maen (47)
Zonen: Mohammed (17) en Ziad (12)
Dochters: Emaan (20), Hind (16) en Amal (8)
Wij komen uit Daraa in Syrië.
Wat maakt dat jullie voor Nederland hebben gekozen?
Maen is vanuit Syrië gevlucht vanwege oorlog, en heeft eerst een jaar alleen in Griekenland gewoond. Vanuit Griekenland had hij meerdere keuzes in landen om verder naar te reizen.
De reden om voor Nederland te kiezen was in eerste plaats het geloof. Nederland is een land waar je vrij bent in welke geloofsovertuiging je hebt. Maar een minstens net zo belangrijke reden was vrijheid. Voor Maen is Nederland een land waar je zonder discriminatie kan leven, zonder gevaar voor eigen leven.
En: in Nederland mogen ook achtergebleven gezinsleden van boven de 18 meegenomen worden in de gezinshereniging. In bijvoorbeeld Duitsland mogen alleen gezinsleden t/m 18 jaar meegenomen worden in gezinshereniging. Met een dochter van 20 was die uitzondering die Nederland hierop toepast, ook van groot belang voor Maen.
Vooropgesteld is dat de oorlog in Syrië de aanleiding is geweest om te vluchten. Het dictatorschap wat in Syrië heerst maakt dat Maen voor zijn leven vreesde in zijn thuisland.
Hoe zijn jullie in Rijssen-Holten terecht gekomen?
Maen heeft 2 jaar lang in het AZC in Almelo gezeten, vanaf september 2020. Hij heeft een aanvraag voor gezinshereniging gedaan, en heeft hier binnen 6 maanden toestemming voor gekregen.
Echter, vanwege vertraging bij de ambassade, heeft de hereniging even op zicht laten wachten en was de familie eind 2021 weer bij elkaar.
Vanuit het AZC kun je niet zelf kiezen waar je in Nederland gaat wonen. Je mag een voorkeur uitspreken, maar dat biedt geen garanties. Maen en zijn gezin hadden de wens uitgesproken om in een dorp of een kleine stad te kunnen wonen. Daar is het rustiger dan in bijvoorbeeld een grote stad als Amsterdam of Den Haag. Uiteindelijk hebben zij te horen gekregen dat Rijssen de stad was waar zij konden gaan wonen, en zo zijn zij in de zomer van 2022 hier komen wonen.
Hoe ervaren jullie Rijssen?
‘Deze vraag gaat naar de kinderen!’ zegt Maen. Maar die voelen zich nog een beetje verlegen. Maen geeft aan dat ze in Syrië altijd in een dorp hebben gewoond. Rijssen is daarom als kleinere stad ook heel fijn wonen. Wafaa geeft aan dat de mensen in Rijssen aardig zijn. ‘En Frans* is ook heel aardig!, zegt ze met een knipoog. Het is fijn en rustig wonen in Rijssen. Er is geen lawaai, geen overlast. Gewoon fijn.’
Amal gaat naar de Klim-op school, Maen brengt en haalt haar iedere dag. ‘Ik heb vriendinnetjes op school, dat is fijn.’ Eigenlijk geeft het hele gezin aan dat het fijn is om in een kleinere stad te wonen, dat een beetje voelt als een dorp. ‘Misschien wanneer ik student ben, ik naar een grotere stad wil. Maar nu nog niet’, geeft de oudste dochter aan.
*Frans is de vrijwillige integratiecoach vanuit ViaVie Welzijn, die vanaf het begin betrokken is geweest bij familie Al Hariri.
Wat missen jullie hier uit jullie thuisland?
‘Familie!’ roept het hele gezin nog net niet in koor uit. ‘We hebben in Syrië een hele grote familie, misschien wel 200 mensen! Er woont ook wat familie in Nederland, maar die wonen ver weg, in bijvoorbeeld Rotterdam.’
In Syrië is het gebruikelijk dat de familie allemaal in 1 dorp woont, of in een zelfde wijk. ‘Soms bestaat zelfs de hele straat uit alleen maar familie!’
Inmiddels wordt er druk door elkaar gepraat en gelachen. Ondanks dat de familie op dat moment Syrisch praat, hoor je de goede herinneringen en de liefde van het bij elkaar wonen in de woorden door klinken. Familie wordt echt gemist. ’Misschien dat in de toekomst mijn schoonzus nog naar Rijssen komt. Dat zou heel fijn zijn.’ geeft Maen aan. ‘Maar,’ geeft Wafaa aan, ‘omdat alles hier veilig is voor ons, missen we verder eigenlijk niks.’
Toen Maen Syrië verliet, was het imago van zijn land nog wat beter. Inmiddels gaat het steeds slechter in Syrië. ‘Er is veel armoede en honger in ons land.’
In Rijssen blijven veel mensen altijd in Rijssen wonen, of ze keren na een studie bijvoorbeeld weer terug. Dat gevoel sluit heel erg aan bij wat ze in Syrië hadden. Bij elkaar zijn, terug naar de plek waar je familie is en waar je thuishoort.
Wat zijn jullie voor jullie ‘gekke’ Nederlandse gewoonten of gebruiken?
‘Fietsen voor oude mensen!’ zegt Wafaa direct. ‘Zelfs mensen van boven de 80 jaar fietsen nog!’ Wafaa geeft aan dat in Syrië, wanneer je zo tussen de 50 en 60 jaar bent, je dat soort dingen niet meer doet.
‘Jullie Nederlanders moeten voor alles een afspraak maken! In Syrië ga je gewoon.’ zegt Maen. Ook op tijd komen is heel anders, in Syrië zijn ze niet zo stipt. ‘Dan zeg je gewoon, ‘ik kom vanmiddag.’ zegt de oudste zoon. En dat betekent dus ergens tussen 12 en 18 uur. ‘Hier moeten jullie alles precies weten. Dan moet je zeggen of je om 14 uur komt, of om 18 uur. En of je komt eten of niet. Alles moeten jullie weten van te voren.’
Als we het over Nederlands eten hebben, geeft eigenlijk iedereen aan dat patat niet zo lekker is. ‘Syrisch eten is veel lekkerder.’ zegt Amal. ‘Ik heb een keer een kroket geprobeerd, die is wel lekker!’ zegt Maen.
Wat vinden jullie een grappig of gek Nederlands woord?
‘Nog een keer!’ zegt Hind direct. ‘Ik vind dat zo grappig klinken!’
‘Gezellig.’ zegt Wafaa. ‘Alles is altijd ‘gezellig’ in Nederland.’
‘Maar de ‘G’ is moeilijk om uit te spreken.’ Zegt een van de dochters. ‘In het Arabisch hebben we ook wel een G-klank, maar die is veel zachter. Jullie zeggen het zo hard, gggg!’
Hoe helpt het Vluchtelingenwerk jullie?
‘Frans is voor ons een mooi voorbeeld.’ zegt Wafaa. ‘Ja, hij is een hele aardige man. We hebben een heel rustig contact met hem.’ vult Maen aan. ‘We zijn in het begin heel erg geholpen met bijvoorbeeld verzekeringen, contracten voor telefonie, contacten met de woningbouw, eigenlijk gewoon voor alles.’
‘Heel veel dingen kunnen we inmiddels zelf regelen. Maar bijvoorbeeld de belastingdienst? Dat is heel ingewikkeld. Veel regels!’ Frans vult Maen aan: ‘Alles wat met de overheid te maken heeft, is best heel ingewikkeld merken we. Daar hebben de meeste mensen hulp bij nodig.’
‘Maar verder redden we ons heel prima! En we weten dat we altijd hulp kunnen krijgen hier, dat is heel fijn.’ zegt Maen.
Hoe kijken jullie naar de toekomst?
Ziad: ‘Ik wil piloot of voetballer worden!’ ‘En ik wil graag de ICT in.’ geeft Mohammed aan. Amal, de jongste dochter, wil heel graag dokter worden. En de oudste dochters geven beide aan iets in de zorg te willen doen. ‘Ik wil me graag goed opleiden. En: een goede ervaring in de liefde opdoen.’ geeft Emaan aan.
Wafaa sluit ons gesprek af: ‘Ik ben in Nederland voor mijn kinderen. Zij bepalen mijn toekomst. Als mijn kinderen gelukkig zijn, dan ben ik dat ook!’ ‘Dat is een goed antwoord.’ zegt Maen glimlachend, en sluit zich helemaal aan bij zijn vrouw.