Search

Drieluik Vluchtelingenwerk, deel 3

Professionals Simone, Jorina & Romée

Het derde en laatste deel van dit drieluik over het vluchtelingenwerk. Vandaag stellen we graag onze collega’s aan jullie voor, van het team Vluchtelingenwerk!

Wat is jullie rol binnen team Vluchtelingenwerk?

Simone: ‘Ik ben coördinator Ontheemden. Dat wil zeggen dat ik werk met Oekraïense vluchtelingen en asielzoekers. Bij beide doelgroepen gaat het om Crisis Nood Opvang, afgekort CNO.’ Melle Talsma is voor dit interview afwezig, maar is ook coördinator Ontheemden en pakt dit samen met Simone op.

Romée: ‘Jorina en ik zijn beide coördinator binnen het reguliere vluchtelingenwerk. Dat wil zeggen dat wij de maatschappelijke begeleiding doen van statushouders die huisvesting krijgen in onze gemeente.’

Zodra een statushouder in Rijssen of Holten komt wonen, ondersteunt ViaVie Welzijn hem of haar of het gezin op weg naar zelfredzaamheid. Het gezin wordt geholpen in alle eerste zaken die geregeld moeten worden, zodat een gezin de ruimte krijgt in te burgeren, in plaats van overlopen van alle regelzaken in een nieuw land met een andere taal.

‘Dit doen Jorina en ik niet alleen. We hebben een mooi team van vrijwilligers die de begeleiding van gezinnen oppakt. Jorina en ik koppelen een vrijwilliger aan een gezin. Wij houden de ‘helicopterview’ om te kijken of alle begeleidingen goed verlopen en of de vrijwilligers hun werk met plezier kunnen uitvoeren.’

Simone geeft aan dat de doelgroepen waar zij en Melle mee werken, dezelfde werkwijze wordt toegepast. ‘Wij noemen het een buddysysteem. Voor ieder Oekraïens of asielzoekers gezin zoeken wij een vrijwilliger. Deze helpt het gezin op weg om zelfstandig te kunnen functioneren. Eigenlijk hetzelfde als bij de statushouders.’

Bij statushouders gaat de begeleiding alleen iets verder. Deze doelgroep komt definitief wonen in Rijssen-Holten. Daar waar Oekraieners en asielzoekers hier of tijdelijk worden opgevangen, of in afwachting zijn van een verblijfsvergunning voor Nederland. ‘Daarom organiseren wij bijvoorbeeld ook de Participatieverklaring. Dat is onderdeel van de inburgering van statushouders. Ze nemen dan deel aan 5 themavonden, waarin waarden, normen en ‘spelregels’ van de Nederlandse samenleving worden uitgelegd.’ geeft Romée aan. En Jorina verzorgt daarnaast ook nog de koppeling van vrijwilligers aan minderjarige statushouders, voor huiswerkbegeleiding. ‘Kinderen die de Nederlandse taal (nog) niet spreken, krijgen extra begeleiding om op school mee te kunnen komen. Ze gaan hier immers hun toekomst opbouwen!’

Wat vinden jullie het leukste aan dit werk?

Eigenlijk geven de 3 collega’s hetzelfde antwoord: geen dag is hetzelfde en het is ontzettend dankbaar werk. ‘Dat we met ons werk, wat voor ons Nederlanders vaak heel simpel en vanzelfsprekend lijkt, zoveel voor andere mensen kunnen betekenen.’ geeft Jorina aan. ‘Voor statushouders komen er opeens heel veel nieuwe verantwoordelijkheden op hun pad,’  vult Romée aan. ‘Aan ons de uitdaging om hen zo goed mogelijk zelfredzaam te maken. Dat is niet altijd makkelijk, maar dat maakt het voor ons juist zo uitdagend!’

Voor Simone zit die uitdaging in vormgeven geven aan haar nieuwe functie. ‘Zo’n anderhalf jaar geleden waren er nog geen Oekraïense vluchtelingen of CNO locaties. Nergens staat beschreven wat precies onze taken zijn.’ De gemeente is de opdrachtgever voor ViaVie Welzijn, en heeft deze soorten opvang bij onze organisatie, en dus bij Melle en Simone neergelegd. ‘We krijgen het vertrouwen om, binnen bepaalde kaders, zelf te onderzoeken hoe wij de opvang op een zo goed mogelijke manier kunnen organiseren.’

Romée: ‘En als je dan uiteindelijk de waardering van statushouders krijgt, en ziet dat zij hun eigen weg vinden in onze samenleving, dan weet ik waar ik het voor doe!’

Daar gaat wel een hoop geregel en bureaucratie aan vooraf. ‘Naast het contact met de statushouders zelf, hebben we ook veel contact met andere instanties. Denk aan basisscholen, zorgpraktijken en verzekeringsmaatschappijen,’ geeft Jorina aan. ‘Vooral in het begin van het proces zijn we hier druk mee. Maar die andere instanties zijn ook weer afhankelijk van procedures, goedkeuringen, enzovoorts.’

‘Je geduld wordt soms zo op de proef gesteld door vertragingen. Juist in die opstartfase, waarin statushouders nog heel gemotiveerd zijn om een goede start te maken, is stagnatie heel vervelend. Je ziet soms de frustratie bij de mensen, en dat wil je juist zo graag voorkomen.’ vult Romée aan.

Simone herkent dit, maar ziet daarbij ook nog eens grote verschillen in regels tussen de verschillende doelgroepen. ‘Voor de Oekraïners geldt dat zij vanaf hun aankomst veel meer rechten hebben en veel vrijer kunnen leven. De asielzoekers daarentegen, leven heel erg lang in onzekerheid. Ze zitten nu ongeveer 15 maand in afwachting of ze in Nederland mogen blijven, of dat ze weer terug moeten naar hun land van herkomst. Al die tijd mogen ze vrij weinig, krijgen erg weinig leefgeld om boodschappen van te doen.

‘En werken mag pas na een half jaar, maar dan moet ook eerst hun BSN-nummer nog aangevraagd worden wat vaak ook erg lang duurt. Eigenlijk zou het toch niet moeten uitmaken waar je vandaan komt?’

Wat is je mooiste ervaring binnen vluchtelingenwerk?

Simone: ‘Ik ben kort geleden geïnterviewd voor het magazine Hallo Holten, samen met een vrijwilliger en een Oekraïense dame, Lera. Lera beschreef tijdens dat interview haar hele vluchtverhaal, met haar kinderen, moeder en zus. Op het eind vertelde ze dat ze uiteindelijk met een taxibusje bij de opvang in Holten kwamen en dat wij daar stonden en hun opvingen als ‘engelen’. Ook ik herinner dat moment nog zó goed. Je kon aan hun gezichten zien dat ze zo’n lange reis hadden afgelegd, en dat ze zo blij waren dat ze veilig onderdak kregen.’

Het zijn bijzondere verhalen die de professionals te horen krijgen. Heel persoonlijk, kwetsbaar, vaak verdrietig. Wanneer mensen na zo’n reis eindelijk hun weg weten te vinden in onze samenleving, en zich thuis  beginnen te voelen, is dat heel waardevol. ‘Een vader van een gezin had in zijn thuisland tafeltennis als zijn grootste hobby. Dat heeft hij in Rijssen weer op kunnen pakken.’ vertelt Romée. ‘Hij is nu zelfs trainer van een jeugdteam, en ik krijg regelmatig nog een update van hem. Dat vind ik echt geweldig, en dan ben ik stiekem heel trots!’

Jorina noemt het voorbeeld van vrijwilliger Reem. ‘Ik heb haar vanuit het vluchtelingenwerk wel eens geholpen en begeleidt, toen zij zelf als statushouder gebruik maakte van onze diensten. Zij is nu vrijwilliger bij ons. Fantastisch om te zien hoe zij aan haar Nederlandse taal werkt en hoeveel ze geleerd heeft. En mooi dat zij haar eigen ervaringen nu op deze manier inzet.’

De dames zitten vol met mooie voorbeelden en succesverhalen. De conclusie is dat het draait om mensen die zich thuis beginnen te voelen in Rijssen en Holten. Kinderen die nieuwe vrienden maken op school, jongeren die kansen krijgen een opleiding te gaan doen en volwassenen die zich thuis voelen bij de taalcafés. ‘En daar een steentje aan bij kunnen dragen, dat zij dat gevoel krijgen; zich onderdeel voelen van onze gemeenschap. Dat is waarom we dit werk doen.’